Stichting Molen Nooitgedacht

Historie

 

Geschiedenisverhaal

over de Molen Nooitgedacht

in Veenoord

 

1e molen

De eerste molen in Veenoord op de plek waar de molen Nooitgedacht nu staat werd in 1861 gebouwd en kwam in 1862 gereed. De eigenaar was Bernardus van Aalst. De molen kwam uit Vlagtwedde en was daar actief als koren- en pelmolen van 1854 tot 1860.

Bernardus kreeg in 1859 een vergunning voor het bouwen van een eigen molen. In 1897 overlijdt Bernardus. De bedrijvigheid valt daarna in handen van zijn zoon en halfbroer. De molen blijft na het overlijden van Bernardus op naam van zijn vrouw staan. 

 

In 1883 verblijft Vincent van Gogh in Veenoord/Nieuw-Amsterdam. Deze tekening maakte hij van de ophaalbrug vlak bij de plek waar de molen stond. http://www.histoforum.net/vangogh

 

Deze eerste molen is dan ook de molen die Vincent gezien moet hebben tijdens zijn verblijf. 

Als gevolg van een omgevallen olielamp brand de molen na 42 jaar op 21 april 1904 helemaal af. De Provinciale Drentsche en Asser Courant schreef op 22 april 1904 het volgende:

 

"Nieuw - Amsterdam, 21 april. Heden nacht omstreeks twee uur is de molen van de wed. B. van Aalst te Veenoord totaal afgebrand. Door de vereenigde pogingen van de ingezetenen, vooral van de jongelingschap te Veenoord, geleid door den heer Gratama, burgemeester van Sleen, die mede direct op het terrein aanwezig was, gesteund door de brandspuit, is de woning der weduwe behouden gebleven. Gelukkig was de wind niet sterk, anders hadden de school en onderwijzerswoning te Veenoord groot gevaar geloopen, daar die net onder den wind stonden. De molen van Van Aalst was een der eersten gebouwen alhier en dateert van 1861 en heeft dus 43 jaren gestaan. De molen was tegen brandschade verzekerd."

(Bron: Stellingnieuws nr. 5, 1981, Molenstichting Drenthe)

 

2e molen

 

Vanuit de noordoostkant in Mensingeweer (Groningen) werd een andere molen aangekocht. Deze oliemolen gebouwd in 1851, werd in 1904 in Veenoord geplaatst.

 

In 1909 overlijdt weduwe van Aalst en de oliemolen komt in het bezit van haar (en van de in 1897 overleden Adrianus) zoon, Johannes van Aalst.

 

Nadat de oliemolen in 1904 in Veenoord was geplaatst brandde na 12 jaar, ook deze molen als gevolg van een blikseminslag, in de ochtend van zaterdag 3 juni 1916, volledig af.

 

Weer schreef de Provinciale Drentsche en Asser Courant op 5 juni 1916 een  artikel:

"Nw. Amsterdam, Zaterdagmorgen bracht een onweersbui in korten tijd ons dorp in beroering. Eenige raken slagen hebben heel wat schrik en schade veroorzaakt. De windkorenmolen van mulder van Aalst ging in vlammen op. In den omtrek van den molen waren tal van ruiten gebroken en op vele plaatsen de geleiding van elektrisch licht en telefoon verbroken."

(Bron: Stellingnieuws nr. 5, 1981, Molenstichting Drenthe)

 

3e molen

 

Ondanks de lage verzekering kwam er toch weer een nieuwe molen. De volgende molen heeft vele gezichten gehad:

 

- gebouwd in 1732 als pel- en oliemolen in Leeuwarden

- herbouwd in 1805 als oliemolen ‘het Fortuin’ in Heerenveen

- verplaatst en herbouwd in 1892 als korenmolen in Hankate (een buurtschap in Overijssel) 

- vanaf 2 augustus 1916 werd de molen voor de laatste keer afgebroken in Hankate en weer opgebouwd in Veenoord.

 

  

 

De 2 bovenstaande foto's is de Molen van Kappert te Hankate. Deze molen staat als Molen Nooitgedacht in Veenoord.

 

Informatie foto: 

Molenaarsvrouw Antonia Janssens (1865-1927) weduwe van (1e echtgenoot) Johannes van den Berg (1859-1894). Hij haalde in 1892 de molen naar Hankate.

Hendrikus Hassink (1867-1961) 2e echtgenoot en was als molenaar in dienst.

De kinderen zijn zowel uit het 1e als het 2e huwelijk. 

 

 

De molen werd door molenmaker Van Housselt en Huberts uit Coevorden opgebouwd en draaide vanaf oktober 1916 in Veenoord. De molen staat nog steeds op dezelfde plaats en wordt als molen onder de bovenkruiers uniek genoemd. Tot 1921 werd er alleen op de wind gemalen. Daarna werd hij in 1921 voorzien van een ruwoliemotor.

 

In 1934 overlijdt Johannes van Aalst. Hij is dan 79 jaar. De molen wordt overgedragen aan zijn zoon: Bernardus Harmannus van Aalst. In 1938 constateerde hij in een brief aan de Vereniging De Hollandsche Molen, dat er niet aan de Veiligheidswet werd voldaan. Er komt een hekwerk rond de luiken en slechte planken en liggers van de stelling worden vervangen. In 1939 is de stelling weer klaar.

 

Op het huidige industrieterrein wordt in de oorlog in 1942 een hoge graansilo gebouwd. De silo staat aan de oostkant en leidt tot wervelingen van de molen, waardoor hij zwaarder gaat draaien. In 1944 wordt de molen van een stroomlijnsysteem Van Busselwieken op beide roeden voorzien.

 

De molen komt in andere handen

 

In 1952 komt de molen buiten bedrijf. Kleinzoon Bernardus Harmannus van Aalst verkoopt de molen aan de Coöperatieve Aan- en Verkoopvereniging Landbouwbelang G.A. (Het latere VLC en het weer latere Agrifirm). Hiermee komt een einde aan de molengeschiedenis van de familie van Aalst.

 

       

 

De Coöperatieve laat de molen restaureren en heeft de molen als opslagplaats in gebruik. Zo raakt de molen steeds meer in verval.

In 1972 wordt de molen overgedragen aan de Vereniging de Hollandsche Molen, die opnieuw de molen laat restaureren. Op dit moment verdwijnt ook weer het Van Bussel stroomlijnsysteem en 1 koppel maalstenen uit de molen en komt het Oud-Hollandsche wieksysteem weer terug. De totale restauratie duurde tot 1979.

 

Op 21 oktober 1980 is de molen in eigendom van de Molenstichting Drenthe. De stichting restaureert de molen tussen 2003 en 2005. Er wordt een nieuw gevlucht, riet op de kap en een nieuwe stelling geplaatst.

 

In 2016 staat het monument 100 jaar op de plek aan de Industrieweg 15 te Veenoord.

Voor het dagelijks beheer is in november 2010 de Beheersstichting Molen Nooitgedacht Veenoord opgericht.